De zwarte panter


Sommigen onder u zullen bij bovenstaande titel denken aan een fameuze voetbalkeeper, maar deze heeft niets met 's-Hertogenbosch te maken. Nee, de titel hoort bij een lezing die prof. de Jos Koldeweij op 24 oktober 2012 gaf in het goed gevulde Jheronimus Bosch Art Center (JBAC). De volledige titel van zijn voordracht was De zwarte panter van Jheronimus Bosch.

De zwarte panter blijkt zich schuil te houden onder een tafel, die gedragen wordt door twee halfnaakten. De tafel is afgebeeld op het rechterluik van het Antoniusdrieluik in Lissabon. Het dier is beter te zien op een infrarood foto, maar opvallend is het dat de afbeelding daar afwijkt van die op het schilderij zelf.

Op zoek naar Bosch

Al enkele jaren is het Research and Conservation Project aan de gang. Hiermee proberen deskundigen antwoorden te vinden op de vele vragen die (het werk van) Jheronimus Bosch oproept. Hiertoe worden systematisch alle werken van Bosch op dezelfde wijze onderzocht, vastgelegd op verschillende manieren en de resultaten worden bestudeerd.
We zouden graag veel willen weten van Bosch, meer dan tot nu toe in archieven gevonden is. Waar bevond zich zijn atelier? Hoeveel leerlingen had de schilder? Hoe waren de arbeidsverhoudingen? Was er een vorm van samenwerking met ooms, neven, vader, grootvader?
Al vrij snel na de dood van Bosch in 1516 begint de mystificatie. Zo kennen we prenten van hem, maar die dateren uit de 16de eeuw, van na zijn dood. Met het project wordt gezocht naar de lagen onder het schilderij. Via infrarood kunnen we de eerste schilderlaag en de grondering vastleggen. Alle foto's moeten op identieke wijze gemaakt worden, zodat de schilderijen perfect vergeleken kunnen worden. De opnamen zijn zo scherp, dat tot op het kleinste detail in gezoomd kan worden, zodat heel kleine nuances zichtbaar worden. Het doel is antwoord te kunnen geven op de vraag hoe het werkproces in zijn gang is gegaan. Hierdoor is het mogelijk erachter te komen welke panelen een creatief proces laten zien - en dat betekent mogelijk een eerste versie - en bij welke er sprake is van een kopie: een technische invulling.

Philips de Schone

Zo bestelt Philips de Schone in 1502 een Laatste Oordeel, dat groter moest worden dan Bosch tot dan geschilderd had. Philips wil het stuk zo snel mogelijk in bezit hebben, dus worden gezellen en leerlingen aan het werk gezet in het atelier. Jheronimus kan de finishing touch aanbrengen. Het werk hangt in Wenen.
Uit de onderschildering wordt duidelijk dat bij een drieluik tegelijk gewerkt werd aan alle drie de luiken. Als we dat constateren, kan het niet anders dan dat er een nauwe samenwerking moet zijn geweest in het atelier. Was er mogelijk sprake van een 'merk' Jeroen Bosch?

Wenen en Rotterdam

Een ander werk van Bosch dat in Wenen hangt, is de Kruisdraging. Dit paneeltje is aan voor- en achterzijde beschilderd. Uit onderzoek blijkt dat het is ingekort. Uit een reconstructie op basis van visuele elementen op het paneel zoals het nu is blijkt dat hier waarschijnlijk sprake is van een linkerluik van een drieluik. Wat is er met de andere luiken gebeurd? In Rotterdam hangt de Ark van Noach. Door lagen onder elkaar te bestuderen is duidelijk geworden dat er drie versies zijn (geweest). In de eerste versie - de onderliggende - overspoelt de vloedgolf mens en dier, die worstelen om te overleven. In de tweede versie zitten de dieren al in de boot van Noach. In de derde en definitieve versie is de ark gestrand; de dieren verlaten de boot.
Door deze lezing is opnieuw duidelijk geworden hoe complex het werk van Jheronimus Bosch is. Telkens als deskundigen een antwoord denken te hebben, komt er weer een nieuwe vraag naar boven. Gelukkig laten mensen als Koldeweij zien hoe de stand van zaken is bij het onderzoek. Hij heeft dat op een boeiende wijze gedaan. Uw scribent is nu al nieuwsgierig naar de volgende lezing, oktober 2013.

Nik de Vries | KringNieuws 1 (2013) 15